Jaarseries

Is het tijd voor ernst? — jaargang 55, 2005

Na 9/11 wordt gesproken over het einde van de ironie. Ernst en engagement zouden terugkeren in de samenleving. Wapenveld verkent in haar jaarserie getiteld 'Is het tijd voor ernst?' welke plaats ironie in de moderne cultuur inneemt en in hoeverre er werkelijk sprake is van een verandering. Is ironie een luxeverschijnsel dat het begeeft zodra er sprake is van serieuze dreiging?

Is het tijd voor ernst?

Bart Walletjaargang 55, nummer 1, februari 2005

Met klimmende ergernis keken velen op de avond van 11 september 2002 naar de televisie. Met zijn gebruikelijke, ironische kijk op de werkelijkheid becommentarieerde Amerika-deskundige Maarten van Rossem de hele lange avond de zojuist gepleegde aanslag op het WTC in New York. Waar krachtige taal werd verlangd, relativeerde hij de betekenis van de gebeurtenis, fileerde de Amerikaanse patriottistische retoriek en droeg verklaringen aan. Veel kijkers waren not amused. Ook de publieke omroepen hadden voor een tijdje genoeg van Van Rossem en lieten andere, 'serieuzere' deskundigen de ontwikkelingen in Amerika doorlichten. In de media, in de politiek, zelfs in de kunsten leek ironie het veld te moeten ruimen.

https://wapenveldonline.nl/artikel/517/is-het-tijd-voor-ernst/

Lees verder

‘Die in de hemel zetelt, lacht.’

Bert de Leedejaargang 55, nummer 1, februari 2005

Ironie is een manier om ons te verhouden tot de werkelijkheid om ons heen. Wie ironisch over bepaalde gebeurtenissen spreekt, vertelt er op zo'n manier over, dat je de boodschap hoort: 'Het is wel waar, maar neem het niet al te serieus!' 'Het is wel erg, maar we moeten er ook weer niet al te zwaar aan tillen.' 'Neem het niet té serieus!'. 'Waarom immers zou je dat doen? Is 'het' dat wel waard?' Zo spreekt de ironie. En dat 'het' kan dan alles zijn. Liefde, trouw, gerechtigheid, waarheid, barmhartigheid, vrede, verzoening, God, de duivel, het kwaad. 'Kom, kom, niet overdrijven….!'

https://wapenveldonline.nl/artikel/518/die-in-de-hemel-zetelt-lacht/

Lees verder

Christelijke ironie (1)

Arjan Plaisierjaargang 55, nummer 1, februari 2005

Wat hebben ironie en christelijk geloof met elkaar gemeen? Er zijn tijdgenoten die geneigd zijn hier hetzelfde antwoord op te geven als Tertullianus op de vraag: 'wat hebben Jeruzalem en Athene, kerk en academie met elkaar gemeen?' Het antwoord laat zich dan raden: niets. Het christelijk geloof staat immers voor ernst. Waar het gaat om de oproep tot bekering, het gaan van de smalle weg, het allesoverheersende belang van de zaligheid, lijkt weinig speelruimte voor ironie over. En mocht het er in de ernst nog wel enige rek zitten, dan is er nog het strenge kader van de waarheid dat weinig ruimte geeft aan ironie of een ironische levenshouding. Staat ironie niet voor het maken van voorbehoud, voor de glimlach over alle al te zekere beweringen, over alle al te overtuigde opvattingen? Hoe laat zich dat rijmen met het 'want ik ben verzekerd' van Paulus en het 'wij weten' van Johannes? Wellicht dat er nog enige ruimte is voor sarcasme en spot over de ongelovigen en ketters, al lijkt ook hier het stopbord van de liefde de wagen van de raillerie al spoedig tot stilstand te brengen. Ironie lijkt uit de boot te vallen.

https://wapenveldonline.nl/artikel/519/christelijke-ironie-1/

Lees verder

Zonder ironie geen ernst

Gerda van de Haarjaargang 55, nummer 2, april 2005

Er is ironie, instabiele ironie en oneindige ironie. Dat zei de Amerikaanse literatuurcriticus Wayne C. Booth in zijn Retorica van de ironie uit 1974 . Zijn boek is een loflied op de klassieke, 'stabiele' ironie. Over instabiele vormen van ironie is hij kritischer en oneindige ironie maakt hij zelfs belachelijk. Dit was een uitzonderlijk standpunt in de literatuurkritiek. De gerenommeerde literatuurwetenschapper Booth heeft dan ook een boel commentaar gekregen en vaak wordt hij op dit punt ironisch geciteerd. Maar zijn onderscheid is verhelderend.

https://wapenveldonline.nl/artikel/532/zonder-ironie-geen-ernst/

Lees verder

Het overblijfsel verwerkt hij tot een god

Arjan Plaisierjaargang 55, nummer 2, april 2005

De tekst hierboven komt uit een godsdienstkritisch hoofdstuk van (deutero)Jesaja. De profeet gaat daar in op de religie van het heidendom. Hij pakt dit thema gedurfd aan. Heidenen zijn domme mensen, zo meent de profeet. Zij scheppen zich een god uit hout. Dat het gewoon hout is blijkt wel uit het feit dat het ook gebruikt wordt voor economische doeleinden. De helft verbrandt men om op het vuur een brood te bakken. Het overblijfsel verwerkt men tot een god. De helft voor de maag, de andere helft voor de religie.

https://wapenveldonline.nl/artikel/533/het-overblijfsel-verwerkt-hij-tot-een-god/

Lees verder

Christelijke ironie (2)

Arjan Plaisierjaargang 55, nummer 2, april 2005

Van de zes ironische geesten die ik in het kader van deze jaarserie heb gekozen als coryfeeën van christelijke ironie, is Cervantes en diens Don Quichot de meest discutabele. Hij staat wat aan de grens. Of valt hij er over? Is het een voorbeeld van christelijke ironie? Op een of andere manier heeft het wel een sterke aantrekkingskracht uitgeoefend op een aantal spraakmakende theologen van de twintigste eeuw. Zij hebben sporen van het christelijke ABC ontwaard in Cervantes' portret van de 'ridder van de droevige figuur'.

https://wapenveldonline.nl/artikel/534/christelijke-ironie-2/

Lees verder

Tussen distantie en betrokkenheid

Ella Lobregt-van Buurenjaargang 55, nummer 3, juni 2005

Verdragen ironie en empathie zich met elkaar? Wanneer werkt ironie afbrekend en vervreemdend en wanneer verbindend en ruimte scheppend? Wat is eigenlijk de psychologische betekenis van het gebruik van ironie? Is ironie als levenshouding een luxeverschijnsel dat het begeeft zodra er sprake is van een serieuze dreiging?

https://wapenveldonline.nl/artikel/545/tussen-distantie-en-betrokkenheid/

Lees verder

Een goddelijke korrel zout

Bert de Leedejaargang 55, nummer 3, juni 2005

De theoloog Noordmans zegt in een van zijn meditaties dat er bijbelgedeelten zijn die hij 'nu anders leest dan vroeger'. Hij maakt die opmerking in een meditatie over Psalm 8. Die bekende psalm kunnen we met goed recht lezen als een psalm over de grootheid van de mens, maar ook over zijn nietigheid en kwetsbaarheid. Met evenveel of nog meer recht kunnen we zeggen dat de psalm gaat over de grootheid van God, en over Diens tederheid. Dit laatste lezen we in vers 3 van de Psalm, waar het gaat over de sterkte die God grondvest op de kreet van het kind, op de roep van de kwetsbare mens.

https://wapenveldonline.nl/artikel/546/een-goddelijke-korrel-zout/

Lees verder

Christelijke ironie (3)

Arjan Plaisierjaargang 55, nummer 3, juni 2005

Blaise Pascal is maar 39 jaar geworden. Geboren in 1623 te Clermond Ferrand overleed hij in 1662 in Parijs. In zijn leven was hij eerst een geniaal natuur- en wiskundige, vervolgens stortte hij zich op de studie van de mens, en daarna werd hij christen.

https://wapenveldonline.nl/artikel/547/christelijke-ironie-3/

Lees verder

'Wat meer ironie en relativering zou huidige politiek goed doen'

Mark Wallet en Kees Guijtjaargang 55, nummer 4, augustus 2005

Het verhaal gaat dat op een verkiezingsbijeenkomst waar Hans Wiegel sprak eens een man opstond die met geheven vuist 'klootzak' in zijn richting schreeuwde. Waarop de politicus onverschrokken repliceerde: 'Aangenaam, Wiegel.' Daarmee was de lucht geklaard en de opmerking in zijn voordeel omgebogen. Ironie en politiek vormen een gouden verbinding. 'De ironici lijken momenteel echter bijna verdwenen uit het Binnenhof', mijmert Hans Goslinga, politiek commentator van 'Trouw'. Hij moet lang nadenken om een pendant van Wiegel te noemen. 'Je zou het bijna gaan zoeken in een hoek waar je het niet verwacht. Van der Vlies en Rouvoet zijn misschien wel de meest ironische politici van dit moment.' Hoe verklaarbaar is de teloorgang van de ironische politicus?

https://wapenveldonline.nl/artikel/558/wat-meer-ironie-en-relativering-zou-huidige-politiek-goed-doen/

Lees verder

Geen ander teken dan Jona

Arjan Plaisierjaargang 55, nummer 4, augustus 2005

Met Jona heeft 'onze' generatie de spot gedreven. Hij was toch de profeet die dacht dat God vastgekoekt zat aan zijn eigen volk, aan Israël? Toen eenmaal de kruitdampen rond de vis waren opgetrokken, kwam de ware boodschap van Jona voor de dag en die was om te lachen. Het werd dan ook overduidelijk dat de auteur van dit verhaal, wie het ook geweest mag zijn, een echte ironicus was geweest. Met zijn verhaal had hij immers het particularisme van zijn volk gehekeld. In Jona stond de bekrompenheid van dit volk te kijk en meteen van alle mogelijke bekrompenheden die er verder maar te bedenken vielen.

https://wapenveldonline.nl/artikel/559/geen-ander-teken-dan-jona/

Lees verder

Christelijke ironie (4)

Arjan Plaisierjaargang 55, nummer 4, augustus 2005

Johann Georg Hamann is misschien wel de meest raadselachtige gestalte van de 18e eeuw. Als er ooit een ironicus in vlees en bloed geleefd heeft, dan is hij het wel. Of moet hij deze erepalm delen met Socrates? Daar zou hij niet ongelukkig mee geweest zijn. Het eerst boekje waarmee hij zijn loopbaan als schrijver opent heet 'Sokratische Denkwürdigkeiten'.

https://wapenveldonline.nl/artikel/560/christelijke-ironie-4/

Lees verder

Vreest dan de ironici niet

Herman Pauljaargang 55, nummer 5, oktober 2005

Weer een portret verwijderd uit de gereformeerde eregalerij, constateerde een columniste in het 'Reformatorisch Dagblad'. Aanleiding was een studie waarin Willem Bilderdijk - volgens sommigen een gereformeerde held - geportretteerd werd als auteur van een zonderling, augustiniaans-esoterisch-aristocratisch oeuvre, waarin dikwijls 'de theosofische aap uit de geleerde mouw komt'. Reformatorische 'ingezonden brieven' schrijvers bleken 'not amused'. Zo'n onsympathiserende, ironische interpretatie van het verleden, zeiden ze, berooft ons van de inspiratie van het voorgeslacht .

https://wapenveldonline.nl/artikel/604/vreest-dan-de-ironici-niet/

Lees verder

De ernst van het Evangelie is niet gewichtig

Bert de Leedejaargang 55, nummer 5, oktober 2005

Heeft Jezus ook gelachen? Uit Umberto Eco's meesterwerk 'De naam van de roos 'herinner ik mij dat dit een serieuze vraag was voor theologen uit de Middeleeuwen. Nergens in de evangeliën staat vermeld dat Jezus ook gelachen heeft. Dat is op zich niet zo vreemd. Immers, wanneer lachen wij? In het gewone leven lachen wij op momenten van ontspanning, bij een feest, op een gezellige avond met vrienden, in de pauze op het werk, op vakantie bij de tent met een goed glas wijn. En wij lachen op zelfgekozen, geconstrueerde momenten binnen het gewone leven. In het theater, in het cabaret of in de grap. Dan zien wij de zwaarte van het gewone, soms ook verschrikkelijke leven onder ogen, en keren die zwaarte om in de humor en de lach.

https://wapenveldonline.nl/artikel/605/de-ernst-van-het-evangelie-is-niet-gewichtig/

Lees verder

Tijd voor het ethische stadium

Wim Dekkerjaargang 55, nummer 6, december 2005

Een jaar lang hebben we ons in 'Wapenveld' met ironie bezig gehouden. En fors ook: artikelen, interviews, meditaties en monogrammen. Ironie bleek een nuttig bronwoord te zijn voor bespiegelingen over literatuur, psychologie of mens-zijn, politiek en geschiedenis. Ook een manier om ons te verdiepen in de rijke traditie: Erasmus, Cervantes, Kierkegaard en anderen. En, het was er goed bij mediteren. Een vruchtbaar jaar dus. Maar heeft het ons in de bezinning ook verder geholpen? Dat wordt in dit artikel uitgezocht.

https://wapenveldonline.nl/artikel/616/tijd-voor-het-ethische-stadium/

Lees verder

‘En zie, ik verkondig u grote blijdschap…’

Arjan Plaisierjaargang 55, nummer 6, december 2005

Deze meditatie is geschreven als pendant van 'christelijke ironie' (6). Met het kerstfeest zijn we bij de wortel van deze ironie. Centraal op het Kerstfeest staat de verkondiging van een engel: 'ik verkondig u grote blijdschap'. Er is ten diepste geen andere kern in het christelijk geloof dan déze kern. Als het moment in de tijd aanbreekt dat God zichzelf meedeelt en mens wordt, dan is dat voor aardbewoners het moment van onuitsprekelijke vreugde.

https://wapenveldonline.nl/artikel/617/en-zie-ik-verkondig-u-grote-blijdschap/

Lees verder

Christelijke ironie (6)

Arjan Plaisierjaargang 55, nummer 6, december 2005

Na een tour door Europa, die zijn vertrekpunt vond in Nederland (Erasmus) en vervolgens Spanje (Cervantes), Frankrijk (Pascal), Duitsland (Hamann) en Denemarken (Kierkegaard) heeft aangedaan, eindigt deze serie 'christelijke ironie' in Engeland. Het land waar de humor haar thuisbasis heeft, is evenmin verstoken van ironie. Gilbert K. Chesterton is daarvan een begenadigd exempel. Niet toevallig schreef hij een boek over Dickens, waarmee hij een verwante geest is. Chesterton was 'essayist, dramaschrijver, romanschrijver, dichter, epigrammist, geest, schepper van menig oneliner, inspirerend filosoof wiens ideeën de aandacht trekken, fascineren, indruk maken, mensen laten denken'. Waaraan met ere toegevoegd kan worden: 'apologeet van het (orthodoxe) christendom'. Hij was een merkwaardige verschijning, waar de nodige cultivatie niet geheel debet aan was. 'Ik ben 6,2 voet lang en mijn gewicht is nog nooit berekend' zo liet hij een Amerikaanse reporter weten.

https://wapenveldonline.nl/artikel/618/christelijke-ironie-6/

Lees verder